Naar aanleiding van de uitzending van Max Masterclass door Erik Scherder over het Brein ben ik op zoek gegaan naar de invloed van de Amandelkern/amygdala (sensitief voor angst) op de persoon met Autisme. Agressie en woede bij autisme komen voort uit angst. De emotie angst en het gedrag wat daaruit voortkomt wordt gegenereerd en geregisseerd door de amygdala , ook wel amandelkern genoemd. Het is een soort van emotionele schildwacht in het brein.
Het onderzoek naar de werking van de amygdala bij autisme is nog in volle gang. Dr. Wouter Groen, van het Medich Centrum van de Radboud Universiteit Nijmegen heeft de amygdala nader bestudeerd. Hij kwam erachter dat het sociaal functioneren van kinderen met autisme samenhangt met de grootte van de amygdala . Maar ook dat deze niet altijd even goed samen werken met de andere gebieden in het brein. Deze kennis wordt nu gebruikt om hier nader onderzoek naar te doen.
Terug naar de amygdala bij overprikkeling.
Het enige dat telt is overleven. De amygdala of de amandelkern neemt de regie over om direct over te kunnen gaan in vechten, vluchten of verstijven en adrenaline, nor-adrenaline en cortisol worden het lichaam in gestuurd. Tegelijkertijd stopt het denkvermogen, de neo cortex, ook wel het rationele brein genoemd. In dreigende situaties ontbreekt immers de tijd om verstandig te overleggen wat de beste aanpak is.
Bij overprikkeling zijn mensen met autisme niet meer in staat rationeel te denken. De angst neemt de overhand en de amandelkern zet aan tot vechten, vluchten of verstijven.
Een angst aanval, melt down, bij mensen met autisme reguleren door vast pakken, schreeuwen of praten heeft geen zin. Je kunt er het beste voor zorgen dat zij zo min mogelijk prikkels binnen krijgen en dat je hen niet aanraakt. Soms leidt de uiting van angst tot gevaarlijke situaties. Het is handig om dan juist iets tegen gesteld te doen. De persoon zal de mismatch opmerken en dit kan hem uit zijn angst halen. Begeleid hem met gebaren en visuele ondersteuning. Daarnaast is het handig om de verschillende fases van overprikkeling te herkennen.
De fase waarin een persoon met autisme zich goed voelt is een prima ijkpunt voor de volgende fases. Alle gedrag dat afwijkt van fase 1 zou een alarmbel moeten laten rinkelen.
Bij overprikkeling worden mensen met autisme ongemotiveerd of ze gaan vloeken of schelden. Het is handig in deze fase het brein niet nog voller te maken door externe prikkels. Stop het gesprek. Terug in de begin fase kun je het gesprek weer oppakken.
Indien mogelijk spreek af met de persoon met autisme wat de do's en dont's zijn voor de omgeving wanneer hij in fase drie belandt. Dit is de fase waarin de amygdala het overneemt en aanzet tot vechten, vluchten of verstijven. Voorkom extra prikkels, haal de persoon uit de situatie of laat de omgeving de situatie verlaten (dit is vaak makkelijker en sneller realiseerbaar). Mensen met autisme zijn niet meer aanspreekbaar omdat de neo cortex dus het rationele brein stopt. Pas wanneer de persoon met autisme tot rust is gekomen kun je, nagaan wat de oorzaak van de escalatie was en hier in het vervolg rekening mee houden.
Reactie plaatsen
Reacties
Autisme zorgt ervoor dat kinderen op ongebruikelijke manieren handelen. Ze kunnen met hun handen klappen, <a href="https://nl.formulaswiss.com/blogs/cbd/hoe-cbd-olie-je-endocannabinoide-systeem-beinvloedt">bepaalde</a> woorden steeds opnieuw zeggen, driftbuien hebben of alleen met één bepaald stuk speelgoed spelen.